Over Piet Snel

Snel beschildert en beschrijft passievol zijn memoires. Verspreidt deze duidelijk communicerende combi van drempelverlagende kunst en leesvoer digitaal aan een geselecteerd, veelal intelligent publiek.

Illustreert hiernaast kritisch illusionair de dagelijkse wereldbeschouwingen. Helaas steeds vaker hoofdschuddend door deprimerende mediaberichten. Vrienden houden hem met gepaste humor op de been. Waardoor hij analyserend en becommentariërend vergevingsgezind mens en samenleving nauwgezet kan blijven volgen.

Elke creatieve vorm van efficiënte visuele overdracht is gebaat bij een duidelijke herkenning. Voor een beter begrip van de over te brengen boodschap.

Op de Lagere School blonk hij hier al in uit met verhaaltjes die hij zelf illustreerde. Nadien als adolescent op freelance basis ondernemersgericht duizenden realistische lijntekeningen gemaakt voor diverse catalogi alsmede zijn eerste advertentie- en folderontwerpen.

Zijn prioriteit lag dus altijd al bij de combinatie van woord en beeld. 

Dit krachtige BeeldTaal-duo vormt de kern van efficiënt communiceren met doelgroepen waar het hele mondiale reclamecircus om draait. Resulterende in omzet en winst of verlies voor ondernemingen.

Deze wetenschap stimuleerde zijn droom van een eigen reclamebureau met studio. Om goed beslagen ten ijs te komen volgde hij in de avonduren meerdere ontwerp- en reclamecursussen om professioneler te kunnen overtuigen. Startte medio ’68 op 22-jarige leeftijd voortvarend zijn eigen bedrijf. Dit naderhand erkende, middelgrote bureau werd rond het millennium verkocht. Waarbij voor hem een einde kwam aan een commercieel opgejaagd zakenleven vol deadlines met continu prestatiedruk.

Een hectisch bestaan waaruit hij fysiek niet geheel ongeschonden uitkwam. Sindsdien mat hij zich een relaxt kunstenaarsbestaan aan, waarin schilderijen en boeken de hoofdrol vervullen.

Snel haalt zijn inspiratie uit het dagelijks leven. Zowel uit zijn directe omgeving als uit de actualiteit van relevante media. Doch ook oude verstilde beelden uit de welhaast volmaakt gelukkige naoorlogse jaren '50-'60 kunnen hem bekoren. De mensen uit dit armere doch veel gezelligere tijdperk waren veel socialer en respectvoller. Criminaliteit kwam zelden of nooit voor. De keurig geboende straten waren voor de kinderen, wandelaars en fietsers.

Ondanks dat de overheid door overbevolking genoodzaakt emigratie enorm stimuleerde, ervoer iedereen toch nog een gezonde leefruimte om in alle vrijheid en veiligheid van de ons omringende natuur te genieten.

Driftig op zoek naar een soortgelijke woon/werk-harmonie uit deze bejubelde ‘Toen Was Geluk Heel Gewoon’-periode, waant hij zich thans in de weldadige rust van zijn tuinatelier op een idyllisch werkplekje. Kille hedendaagse taferelen wisselt hij af met romantische voorstellingen van een ideale samenleving in een paradijselijke omgeving. Qua visie en filosofie onderscheidt hij zich door met maximale zintuiglijke communicatie de aanschouwer te ontroeren.

Simpel door zowel de schoonheid alsmede kwetsbaarheid van het leven realistisch te verbeelden. Stort zich hierbij vol bezieling op het vermogen om via ongepolijste weergave, zijn boodschappen vanuit zijn diepste zielenroerselen over te brengen. Om via het doek te debatteren, interpelleren, choqueren of rebelleren. Omdat hij zijn veelbezongen landje sluipenderwijs al globaliserend ziet verloederen. Bij welk proces sociale liefde en compassie  plaats maakte voor macht en zelfverrijking van een wassende groep notoire zakkenvullers.

Vanuit dit denkvermogen kan hij als oud massacommunicatiedeskundige met studio-ervaring effectief zijn ideeën -met vaak een didactische essentie- visualiseren. Waarbij hij de toestand in de wereld in al zijn spontaniteit soms schaamteloos aan de kaak stelt. Omdat qua thematiek en stijl alleen duidelijke herkenning bij de mens emotionele betrokkenheid garandeert, laat hij zich nooit verleiden tot abstract geëxperimenteer.

Zijn belangrijkste inspiratiebron blijft het ongecompliceerde leven van de gewone man. Dit figuratief op doek te verbeelden en dit daarna geestdriftig onder zijn veelal geletterde en kunst&cultuur minnende broeders en zusters te verspreiden, blijft zijn grootste passie. Omdat hij geen broodschilder is kan hij zich veel veroorloven qua onderwerpkeuze. Die volledige, niet-commerciële vrijheid heeft geleid tot exclusieve beelden. Zoals twee grote schilderijen van 120x170 van enerzijds een uitvaart en anderzijds een ongeluk waarbij bloed het asfalt rood kleurde. Niet bepaald doeken die u zich boven de zit- of eethoek zou wensen. Onverkoopbaar eigenlijk. Maar hij kon er, in tegenstelling van alle afgezaagde koetjes in de wei, zo heerlijk zijn visie en verhaaltje bij kwijt…