Wist u ook dat Snel op een deftige A1-lokatie in het centrum van Gouda, ongesubsidieerd en zichzelf bedruipend, een minimuseum van schone kunsten heeft bestierd? Vooral toeristen maakten hier toen veel gebruik van. Het was er buiten het vakantieseizoen niet altijd tjokvol, maar dat zijn heel veel grotere, met belastinggeld gefinancierde musea ook nauwelijks.
Verklaarbaar was die grote aanloop van een grotendeels kunstminnende senioren-elite bij nader inzien wel. Niet alleen de toegang was gratis. Men kreeg ook gratis een gemotiveerde en vooral amusante rondleiding en gratis koffie, thee of fris. Ook kon men er (wederom gratis!) vorstelijk toiletteren in gescheiden wc-groepen.
Echter kon Snel van ‘al dat gratis’, gaandeweg stuiptrekkend terende op oud geld, de lopende kosten steeds moeizamer betalen. Opeenvolgende fiscale claims uit een commercieel gezien lucratiever verleden deed zijn broek verder afzakken. Zijn zwaar tegenvallend pensioen, voortvloeiende uit twee woekerpolissen (hij kon altijd al beter tekenen dan rekenen) liet door dit verarmde kunstenaarsbestaan de deur van deze schildertempel voorgoed in het slot vallen.
Schaamtegevoelens opwekkende zaken van derden reduceerden in dit stadium zijn allengs opdrogende inkomstenbron verder. Het aanvankelijk nagestreefde riante Zwitserlevengevoel kon hij, ondanks decennialang opgehoeste dikke jaarpremies, wel op zijn buik schrijven.
Overtuigd geraakt dat rijk zijn de laatste jaren schreeuwend duur geworden is, past zijn sobere beeldend kunstenaarsbestaan hem thans als gegoten.
Objectief ervoer hij onverbloemd dat mensen van allerlei komaf zich met zijn Piet’sPaginaPlaatjePraatje-perikelen eindeloos vermaakten.
Op zijn eerder gepubliceerde 30 afleveringen "Stadskinderen" (op hele pagina's groot krantenformaat) in een dagblad kreeg hij veel leuke reacties. Dit enthousiasmeerde hem om dit na zijn eerdere krantencolumns van hele pagina’s op oud dagbladformaat, in een regionale krant en daarna in een drietal boeken te bundelen. Ze eveneens gelijktijdig via de digitale ‘snel’weg bij de totstandkoming van elk nieuw doek, onder zijn volgers te verspreiden.
Vanaf die tijd lag zijn prioriteit al bij de beeld/taalcombinatie van een plaatje en een praatje en vermaakt hij zich in zijn bescheiden tuinatelier veelvuldig met doeken en boeken.
Aan de hartverwarmende lachsalvo’s en schouderklopjes in het toenmalige schildershonk in de Goudse binnenstad denkt Snel vanachter zijn ezel of schrijftafel nog vaak met plezier terug. Zich realiserende dat de mooiste dingen op aarde gratis zijn.
De exposities van Snel kenmerken zich qua verregaand serviceaspect door immer aanvullende vermeldingen naast de tentoongestelde schilderijen. Veel bezoekers nemen de moeite, bij onderwerpen annex schilderijen die hun interesse hebben, om deze teksten te lezen. Hetgeen een uniek museale sfeer creëert. Deze uitvoerige informatieverschaffing als ideale publieksbegeleiding wordt door de serieuzere aanschouwer uitermate gewaardeerd. Kortom de mensen blijven dan altijd wat langer verblijd rondhangen is de ervaring…